Smaak en auteursrecht
Levola produceert sinds 2011 een “smeerdip” genaamd Heks’nkaas. Vanaf 2014 bracht Smilde Foods een soortgelijke smeerdip op de markt, eerst genoemd Witte Wievenkaas en later veranderd in Wilde Wietze-dip. Levola stapte hierop naar de rechter en beriep zich op haar auteursrecht. De Hoge Raad had in 2006 al beslist dat zelfs een geur in aanmerking kan komen voor auteursrechtelijke bescherming, in de zaak Lancôme/Kecofa. De rechtbank wees de vordering af. Auteursrecht op smaak was niet mogelijk. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was voorzichtiger en stelde het Hof van Justitie EU de prejudiciële vraag of de smaak van een voedingsmiddel, als eigen intellectuele schepping van de maker, auteursrechtelijk beschermd kan worden. Op 13 november 2018 besliste het Hof van Justitie EU dat smaak geen werk is in de zin van de auteursrechtrichtlijn.
Geur wel
Waarom smaak niet en geur (“Female Treasure” van Kecofa versus “Trésor” van Lancôme) wel? Dat kan niet te maken hebben met de slagzin van Kecofa: “Alleen Uw Beurs Ruikt Het Verschil”. Het EU hof: “In tegenstelling tot wat bijvoorbeeld geldt voor een letterkundig werk, een schilderij, een film of een muziekstuk, dat een nauwkeurige en objectieve uitdrukkingsvorm is, berust de identificatie van de smaak van een voedingsmiddel immers hoofdzakelijk op smaakbeleving en smaakervaring, die subjectief en variabel zijn, aangezien zij met name afhankelijk zijn van factoren die eigen zijn aan de persoon die het betrokken product proeft, zoals diens leeftijd, voedselvoorkeuren en consumptiegewoonten, alsmede van de omgeving en de context waarin het product wordt geproefd.” Het EU hof zal wellicht gedacht hebben aan wijnliefhebbers, die wijnen “boterig”, “vol” of voorzien van een “fruitige afdronk” ervaren. Hoe objectief is dat? Terzijde 1: de Universiteit Leuven is al ver met het objectiveren van de smaak van bier door naar de moleculaire samenstelling te kijken… (wat een heerlijk land is België toch!). Terzijde 2: er wordt nog steeds gestreden over de grenzen van het begrip “werk” in het auteursrecht; gaat het nu om een werk op het gebied van de “letterkunde, wetenschap en kunst” of om een werk op het terrein van industrie en nijverheid? De afbakening is grillig.
Hoe wellicht toch te beschermen?
Voor de praktijk is van belang dat bijzondere scheppingen soms op andere wijze kunnen worden beschermd dan via het auteursrecht: merkenrechtelijk of via een vordering uit slaafse nabootsing. Een rondje door de supermarkt geeft vele voorbeelden van pogingen iets wat niet uniek is toch te monopoliseren en via met name het merk- en modelrecht toch te beschermen!