Een Ferrari-liefhebber laat een Ferrari-motor (voor de liefhebber, een 365 GTB/4) reviseren bij Lammertink Racing & Engineering in Enter. Op 22 december 2011 haalt hij de gereviseerde motor op. Op 21 maart 2012 stuurt hij een e-mail met klachten over de revisie: de complete ontsteking is weg, er zijn geen oliefilters meer, het is gewoon niet goed! En dit terwijl de revisie € 30.000,- plus een extra € 3.000,- contant kostte. Lammertink reageert niet.
De Ferrari-enthousiast is al meer dan twintig jaar voor rechtsbijstand verzekerd bij DAS en meldt het geschil daar eind maart 2012. Op 31 juli 2012 brengt een schade-expert van CED een rapport uit met als conclusie allerlei evidente montagefouten, lapmiddelen, hergebruikte oude onderdelen die vervangen hadden moeten worden, niet op proef gedraaid… Bij brief van 14 januari 2013, dus pas een half jaar later, stuurt DAS namens de Ferrari-liefhebber een ingebrekestelling. Lammertink geeft hieraan geen gehoor. In de nadien gevolgde procedure tegen Lammertink delft de Ferrari-liefhebber het onderspit. Zowel de rechtbank als het gerechtshof (op 16 mei 2017, gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) beslist dat eiser pas bij brief van DAS van 14 januari 2013 voldoende concreet heeft geklaagd, en dat is een half jaar nadat CED concreet alle gebreken op een rijtje had gezet en dus te laat. Het geheime wapen van artikel 6:89 BW is onverbiddelijk: wordt te laat op een adequate manier (namelijk: zo compleet en inzichtelijk mogelijk) geklaagd dan vervallen alle rechten.
Vervolgens begint de Ferrari-liefhebber een procedure tegen DAS. DAS had na het CED-rapport zonder reden immers een half jaar gewacht met het verzenden van de vereiste en voldoende concrete ingebrekestelling. Dat lange wachten wordt DAS fataal: van een redelijk bekwaam en redelijk handelend rechtsbijstandsverlener mag worden verwacht een verzekerde spoedig te adviseren en zo tijdig en concreet mogelijk te protesteren. De rechtbank Amsterdam beslist op 18 juli 2018 dat DAS een beroepsfout heeft gemaakt. De Ferrari-man claimt niet alleen de tevergeefs gemaakte kosten van revisie, maar ook de kosten van de vergeefse procedure tegen Lammertink. Alleen de kosten die onnodig zijn gemaakt, omdat niet alleen Lammertink maar ook twee niet-betrokken B.V.’s in die procedure waren gedagvaard, worden afgewezen. Per saldo moet DAS ruim € 45.000,- aan de Ferrari-liefhebber betalen. Niet genoeg voor een Ferrari, maar een aardige middenklasser kun je er wel voor kopen.
Twee lessen uit het bovenstaande: tijdig en concreet klagen als iets niet goed wordt opgeleverd of uitgevoerd en rechtsbijstand verlenen met inzet en verstand, en dus in ieder geval zonder vertraging! De Groen & Van Lint Advocaten spant zich dagelijks in om dat te realiseren.