Een leraar is voor rechtsbijstand bij DAS verzekerd en krijgt in de zomer van 2014 een geschil met de school, zijn werkgever. De leraar, toen 62 jaar oud, wordt door de school verweten ongeoorloofde tentamentips aan studenten te hebben gegeven. Verweer: advies was aan deeltijdstudenten en het tentamen voor deze studenten wijkt af van het tentamen voor voltijdstudenten. De tips hadden betrekking op dat laatste tentamen, en dat kon geen kwaad. De school vond het wel kwalijk en de leraar werd geschorst. Hierop wendde de leraar zich tot DAS. De school liet via haar advocaat weten dat men maximaal nog wilde praten over een schikking: wel WW en een wachtgeldregeling, maar geen enkele ontslagvergoeding. Let wel: dit speelde nog onder de oude kantonrechtersformule, vóór invoering van de WWZ. Een ruime ontslagvergoeding lag dus voor de hand, tenzij het ontslag in overwegende mate aan de leraar te wijten zou zijn. Bij de behandeling ging DAS ervan uit, zonder goede reden, dat de leraar bij de rechter in het ongelijk zou worden gesteld en dus waarschijnlijk geen ontslagvergoeding zou ontvangen. DAS verzuimde echter de door de school als bewijsstukken voor de verwijten genoemde documenten bij de school op te vragen (“Dat komt wel op tafel als er zou moeten worden geprocedeerd”). DAS stuurde de leraar, die meer dan eens de vraag stelt of DAS de zaak wel goed inschat en of hij niet toch een redelijke ontslagvergoeding zou moeten eisen, richting de door de school voorgestelde schikking: “In uw geval heb ik aangegeven dat mijn verwachting is dat de rechter de schuldvraag negatief voor u uit zal leggen. Dus dat de vergoeding van de neutrale kantonrechtersformule lager voor u uit zal pakken. Daarnaast speelt het feit dat u omdat u in het onderwijs werkt een bovenwettelijke uitkering krijgt. Die wordt meestal nog eens van de kantonrechtersformule afgetrokken.” Echter, deze leraar betwistte de feiten, de stel- en bewijslast lag op de school, de leraar was tweemaal docent van het jaar geweest en in het belang van zijn gezin zou een mooie ontslagvergoeding toch wel wenselijk zijn. Hij schermt ook met een second opinion van een advocaat die naar de zaak heeft gekeken. DAS doet die second opinion af als te algemeen. De leraar zou de schijn tegen hebben en kan beter maar niet gaan procederen. En een pensioengat? DAS reageert: “Een pensioengat kan voorkomen worden door nieuw werk te vinden anders niet. U kunt natuurlijk pensioenadvies inwinnen.”
Contrecoeur (“Wat mij en mijn vrouw stoort is de diefstal van 4 pensioenjaren welke mij nog resten !! door de school. Dit vergeet ik dus nooit”) ondertekent de leraar de door DAS beoordeelde en goed bevonden vaststellingsovereenkomst, waarbij volledig wordt afgezien van een ontslagvergoeding. Kort daarna laat de leraar de zaak nog eens beoordelen door een externe advocaat. En daarna stapt de leraar naar de rechter, niet in een procedure tegen de school om de vaststellingsovereenkomst wegens dwaling te vernietigen, maar met een claim tegen DAS vanwege de misgelopen ontslagvergoeding. DAS heeft niet gehandeld zoals van een (gespecialiseerde) arbeidsrechtadvocaat mocht worden verwacht (de betreffende behandelaar bij DAS afficheert zichzelf als jurist arbeids- en onderwijsrecht). De rechtbank Amsterdam beslist op 29 november 2017 dat DAS toerekenbaar is tekortgeschoten en veroordeelt DAS in de schade, vastgesteld op 90% van de kantonrechtersformule met factor C=1,25, zijnde € 115.000,- bruto. Mogelijk gaat DAS nog in hoger beroep, maar het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad: er moet ongeacht een eventueel hoger beroep nu worden betaald.
Terzijde, DAS geeft op dit moment aan haar verzekerden de mogelijkheid om een externe, zelf uit te kiezen advocaat in te schakelen. Het budget daarvoor is echter beperkt: € 2.500,- in een arbeidsgeschil, met ook nog een eigen risico van € 250,-. Deze dekking is niet bepaald royaal te noemen, maar om de zaak dan maar door DAS zelf te laten behandelen…? Als het er echt om gaat, zoals bij een ontslagvergoeding, wil je op zeker spelen.