De eigenaar van meerdere “coffeeshops” heeft een woning met aangebouwde schuur in Amsterdam. Woning en schuur zijn bij Aegon verzekerd tegen onder meer brand, al vanaf 1994. Het verzekerde bedrag is € 525.300,-. Op 30 augustus 2013 heeft de politie de man aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet en daarbij zijn voorraden voorgedraaide joints, assimilatielampen, luchtafzuigers en hashpersen in beslag genomen. In de tuin bij de woning groeiden hennepplanten. Er volgt een veroordeling maar geen straf. De aanwezigheid van de drugs hield verband met de exploitatie van de coffeeshops en was het gevolg van het gedoogbeleid voor softdrugs. Echter, op 6 november 2013, dus kort na de aanhouding en inbeslagneming, wordt de woning geheel verwoest door brand, met een schade van in totaal € 717.070,-. Dekt Aegon de schade? Nee: zij weigert in verband met al het bovenstaande en beargumenteert dat er sprake is van een risicowijziging/bestemmingswijziging en dus een verhoogd risico. De verzekeraar baseert zich op de uitdrukkelijke uitsluiting van dekking voor deze situatie in haar polisvoorwaarden. Aegon beëindigt ook de verzekering.
De rechtbank Den Haag geeft Aegon gelijk. Echter, in hoger beroep blijkt dat het met de voorwaarden van Aegon lang zo duidelijk niet is: de voorwaarden waarop zij zich consequent beriep zijn pas vanaf begin 2014 van toepassing verklaard, dus pas na de brand! Hoe kan dat? Aegon slaagt er niet in om zich uit de verwarring te redden en het gerechtshof Den Haag oordeelt op 19 juni 2018 dat Aegon haar weigering tot uitkering niet kan baseren op de polisvoorwaarden. Het hof toetst nog wel of Aegon zich op artikel 293 WvK kan beroepen: dekking kan worden geweigerd als de bestemmingswijziging een zodanig verhoogd risico op brand oplevert dat de verzekeraar de verzekering niet of niet op dezelfde voorwaarden was aangegaan. Het hof beslist dat er onvoldoende bewijs is dat de woning een hennepkwekerij bevatte; het ging eerder om wat handelsvoorraad voor de coffeeshops. En Aegon is te laat met verdere verweren. Die hadden in verband met de “twee-conclusie-regel” uiterlijk bij memorie van antwoord moeten worden gevoerd. Aegon wordt veroordeeld om de schade volledig te vergoeden en zij moet ook de opgezegde opstalverzekering voortzetten…
Ook in de praktijk van De Groen & Van Lint Advocaten blijkt vaak dat het toepasselijk maken van de (juiste) algemene voorwaarden voor verzekeraars problematisch is. Heel verbazend omdat nu juist die voorwaarden de verzekeraar beschermen tegen dubieuze claims. Verzekeringnemers doen er goed aan bij afwijzing de in stelling gebrachte algemene voorwaarden extra te verifiëren.