Marketing via social media, wie doet er niet aan mee? U, ik, eigenlijk iedereen. Maar specifiek bij Facebook, LinkedIn en Instagram kan zich discussie voordoen als een werknemer beheerder van de betreffende pagina is en meent dat de pagina “zijn eigendom is”.
Facebookpagina aangemaakt door werkneemster
De stichting Dierenopvangtehuis De Bommelerwaard had een ijverige en initiatiefrijke werkneemster. Die maakte in 2011 vanuit haar persoonlijke account op Facebook een openbaar toegankelijke Facebookpagina (“Dierenopvangtehuis De Bommelerwaard”), met inmiddels meer dan 10.000 volgers. Nadat de werkneemster de arbeidsovereenkomst had opgezegd tegen 1 augustus 2019 bleek zij de Facebookpagina niet over te willen dragen aan haar werkgever; zij voelde zich “verraden” door haar werkgever, vond dat zij “messen in haar rug kreeg” en startte een polemiek over haar vroegere werkgever. Tja, de werkgever had de inlogcodes niet en stapte naar de rechter. Van wie is de Facebookpagina, die door de werkneemster was gestart?
Inlogcodes afgeven op straffe van een dwangsom
Uit de functieomschrijving en uit e-mails bleek dat de werkneemster vier uur per week betaald mocht besteden aan het bijhouden van de Facebookpagina. Ook bleek dat werkneemster haar werkgever moest polsen alvorens “gevoelige” berichtjes te mogen plaatsen. Al met al besliste de rechtbank Gelderland op 18 oktober 2019 in kort geding dat de werkgever als rechthebbende moest worden aangemerkt. De werkneemster moest binnen twee dagen na betekening de inlogcodes aan haar ex-werkgever verschaffen, op straffe van een dwangsom van € 15.000,-. Een juridisch overtuigende motivering ontbreekt.
Facebookpagina in opdracht van ander gemaakt en beheerd?
In een soortgelijke zaak motiveerde de voorzieningenrechter te Rotterdam zijn oordeel wel. Op 7 maart 2019 besliste de rechter in kort geding dat de Facebookpagina van ONS.Vlaardingen, een politieke partij in die gemeente, aan die politieke partij toekwam, en niet aan de ex-campagneleider die in november 2018 uit de fractie was gezet. De rechter overweegt dat tot uitgangspunt moet worden genomen dat degene die een Facebookpagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op het beheer. Maar dat kan anders zijn als dat voor of in opdracht van een ander wordt gedaan of wanneer de beheerder “geacht moet worden” de pagina te hebben overgedragen. De Facebookpagina werd uitsluitend gebruikt om de politieke partij te promoten en de rol van beheerder was een aantal jaren door een ander vervuld. Al met al voldoende om duidelijk te maken dat de Facebookpagina was gemaakt en werd beheerd in opdracht van de politieke partij. De inlog- en toegangscodes moesten wederom op straffe van een dwangsom worden overgedragen.
U begrijpt, dit soort “softe IP-rechten” moeten ter voorkoming van discussies in een schriftelijke overeenkomst worden vastgelegd.