Onderhandelingen leiden niet altijd tot een overeenkomst. Een partij kan uiteindelijk toch afzien van eerdere voornemens of om een andere reden de onderhandelingen afbreken. Overheerst de contractsvrijheid en is ieder vrij om de onderhandelingen op elk moment en om welke reden dan ook af te breken?
Beoogde overname in de thuiszorg
Drie thuiszorgorganisaties, Arons Zorg enerzijds en Pantein en Vivent anderzijds, zijn vanaf 2019 met elkaar in gesprek over de overname van aandelen in “Welkom Kraamzorg”, waarin Pantein en Vivent samen de aandelen houden. Sinds 23 september 2021 is er een getekende intentieverklaring, waarin onder meer opgenomen dat deze van rechtswege eindigt op 31 maart 2022. Arons Zorg voert tot 21 januari 2022 een due diligence-onderzoek uit en nadien onderhandelen partijen verder. Het heeft echter allemaal meer voeten in de aarde dan voorzien en partijen verlengen de looptijd van de intentieverklaring tot 13 mei 2022. Ook op die dag zijn partijen er echter nog niet uit en wordt gesproken over een betalingsregeling voor een deel van de overnamesom. Daarop volgt dan weer het verzoek om meer inzicht in de financiële positie van de potentiële koper Arons Zorg en er wordt gesproken over een advies van de ondernemingsraad en op 22 juni 2022 wordt een concept-koopovereenkomst toegezonden, met de kanttekening dat ondertekening van de overeenkomst afhankelijk blijft van interne en externe goedkeuringen. Kort daarna breken Pantein/Vivent de onderhandelingen af: de financiële positie van Arons Zorg baart te veel zorgen! Men wil wel verder praten maar dan over een alternatief samenwerkingsverband. Arons Zorg pikt dit niet en start in november 2022 een kort geding: Pantein en Vivent moeten de koopovereenkomst nakomen dan wel zijn verplicht een schadevergoeding van € 250.000,- te betalen vanwege de ten onrechte afgebroken onderhandelingen.
Bij vonnis van 31 januari 2023 beslist de voorzieningenrechter in Den Bosch, tamelijk voorspelbaar: de claims van Arons Zorg worden afgewezen.
Jurisprudentie afbreken onderhandelingen
De voorzieningenrechter constateert nuchter dat er geen overeenstemming is bereikt over alle essentialia van de koopovereenkomst: er was nog geen interne en externe goedkeuring en op het voorstel om de koopsom deels via een betalingsregeling te financieren was nog geen akkoord en dat was wel essentieel. Kortom: geen overeenkomst. Maar mochten Pantein en Vivent de onderhandelingen dan maar gewoon afbreken?
Het juridisch kader is de uitspraak van de Hoge Raad CBB/JPO: partijen moeten hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen laten bepalen maar zijn vrij de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het totstandkomingsvertrouwen of in verband met de overige omstandigheden onaanvaardbaar zou zijn. Daarnaast: dat totstandkomingsvertrouwen moet bestaan op het moment van het afbreken van de onderhandelingen en het moet zijn veroorzaakt door toedoen van de afbrekende partij. Er moet niet alleen rekening worden gehouden met de belangen van de benadeelde partij maar ook met die van de afbrekende partij. En zelfs als er totstandkomingsvertrouwen zou zijn dan kan het onder omstandigheden toch niet onaanvaardbaar zijn om de onderhandelingen af te breken, namelijk als daar een goede reden voor is, zoals relevante onvoorziene omstandigheden.
Partijen die menen dat zij al (vrijwel) een overeenkomst hebben bereikt en geconfronteerd worden met een uiteindelijk onwillige wederpartij moeten zich bewust zijn van de hoge juridische drempel die de rechter hanteert. Een ander voorbeeld: op 25 januari 2023 besliste de rechtbank Den Haag, in een bodemprocedure, dat Axia Vegetable Seeds de onderhandelingen niet onrechtmatig had afgebroken en dat er geen deal tot stand gekomen was. Einde oefening.
De Groen & Van Lint Advocaten procedeert geregeld in dergelijke situaties en helpt u de deal te maken in plaats van af te laten breken!