Het accountantskantoor had de jaarrekeningen 2012, 2013 en 2014 van een klant gecontroleerd. Die was echter niet tevreden en beëindigde de opdracht voor controle op 24 december 2015. Op 10 augustus 2016 diende de klant een klacht in bij de Accountantskamer. Uiteindelijk deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven in hoger beroep uitspraak op 12 mei 2018: klachten grotendeels ongegrond, geen maatregel. Later stapt de ontevreden klant naar de civiele rechter. Het verweer van de accountant is onder meer dat niet binnen één jaar geklaagd is. Artikel 14 van de NBA-algemene voorwaarden bevat een vervalbeding: is niet binnen één jaar geklaagd dan vervallen alle vorderingsrechten.
De rechtbank Midden-Nederland beslist op 25 mei 2022 dat inderdaad te laat is geklaagd. Dat de klant wel binnen één jaar een klacht bij de Accountantskamer had ingediend doet daar niet aan af; juist het indienen van een klacht is uitgezonderd van de werking van de termijn van het vervalbeding. En bovendien wordt in een tuchtprocedure geen vordering ingesteld (ook al is het indienen van een klacht vaak een opstap naar een civiele claim).
Klagen: wanneer begint de vervaltermijn?
Om te ontkomen aan de sterke werking van het vervalbeding wordt – soms tegen beter weten in, soms met succes – gesteld: ik heb mondeling toch op tijd geklaagd. Of ook: ik kon het gebrek redelijkerwijs niet eerder ontdekken. Dat was ook aan de orde toen Alfa Accountants een klant had die nog ruim € 50.000,- moest betalen en de klant, die niet wilde of kon betalen, zich erop beriep dat Alfa een fout had gemaakt. De vordering van Alfa Accountants werd toegewezen en de tegenvordering werd afgewezen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden besliste op 19 januari 2021 dat de gestelde tegenvordering was vervallen; die had binnen veertien dagen na ontdekking van het gebrek aan Alfa kenbaar moeten worden gemaakt, als de opdrachtgever het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken (dan binnen veertien dagen na verzenddatum van de stukken/informatie waarover geklaagd wordt). De opdrachtgever omschreef zichzelf als “eenvoudige agrariër” maar ook een eenvoudige agrariër had eerder kunnen klagen, aldus het hof.
Ook de SRA-voorwaarden bevatten een vervalbeding: de termijn is één jaar na het moment waarop de opdrachtgever bekend werd of redelijkerwijs bekend kon zijn met het bestaan van zijn rechten en bevoegdheden. De klant die zijn huisadvocaat inschakelt en die laat mee-adviseren, die ook overstapt naar een andere accountant in verband met gestelde klachten en die de vervaltermijn laat verstrijken, kan zich er achteraf niet op beroepen dat hij “van niets wist” en pas kort voordat een vordering bij de civiele rechter werd ingesteld ontdekte dat de accountant zijn werk niet goed had gedaan.
Overigens, de termijn om een tuchtrechtelijke klacht over een accountant in te dienen is (voor gedragingen die na 31 december 2018 hebben plaatsgevonden) verlengd naar tien jaar, te rekenen vanaf het moment van het verweten handelen of nalaten. Voor eerder dan 1 januari 2019 plaatsgevonden handelen of nalaten gelden kortere termijnen
De Groen & Van Lint Advocaten staat accountants bij in civiele procedures over beroepsaansprakelijkheid en bij de Accountantskamer. Uiteraard wordt getracht het zover niet te laten komen en veel zaken kunnen gelukkig in de kiem worden gesmoord, al dan niet met een beroep op een vervalbeding.