Kledingmerk Guess heeft op 17 december 2018 een boete van € 40 miljoen gekregen voor geoblocking: verhinderen of beperken dat onlineklanten toegang hebben tot (de aankoop van) producten of diensten op een website in een andere lidstaat. Op die manier werden de prijzen, vooral in Oost-Europa, kunstmatig hoog gehouden. Momenteel koopt slechts 15% van de Europeanen producten van in een ander land gevestigde onlinewinkels. Een van de redenen daarvoor is met name de geoblocking-praktijk.
Boete
Guess had het zo geregeld dat consumenten hun producten niet in andere lidstaten konden kopen waardoor de prijzen voor consumenten kunstmatig hoog bleven. Dit kreeg zij voor elkaar door aan winkels (contractueel) beperkingen op te leggen in het kader van (transnationale) online verkoop en advertentie. Hoewel het maken van distributieafspraken an sich niet verboden is waren deze afspraken van Guess dat wel degelijk. Omdat Guess meewerkte en andere zonden opbiechtte werd de boete uit coulance gehalveerd. Geen € 80 miljoen maar € 40 miljoen! Geoblocking is geen klein bier dus.
EU-verordening geoblocking: digital single market
De EU-verordening 2018/302 inzake geoblocking is op 23 maart 2018 in werking getreden. Bedrijven kregen tot 3 december 2018 de tijd om zich aan te passen. De verordening moet voorkomen dat webshops en apps beperkingen en obstakels bevatten voor klanten uit andere lidstaten die producten grensoverschrijdend wensen te kopen (“digital single market”). Iedere online handelaar binnen de EU moet een consument uit een andere lidstaat hetzelfde behandelen als bezoekers uit haar eigen land. Wanneer voor klanten uit andere lidstaten andere toegangsvoorwaarden worden gehanteerd, kan dat tot een verboden beperking leiden. Thans worden bezoekers via hun registratie op de website vaak nog geweigerd op basis van hun woonland. Artikel 4 van deze verordening verbiedt het toepassen van verschillende algemene toegangsvoorwaarden tot goederen of diensten om redenen die verband houden met bijvoorbeeld het woonland van de klant. Lid 2 van genoemd artikel staat echter wel toe dat er op niet-discriminerende basis algemene toegangsvoorwaarden (met inbegrip van netto-verkoopprijzen) worden aangeboden aan klanten in een bepaald gebied of aan een bepaalde groep van klanten. Dit lijkt (en is) verwarrend: prijsdiscriminatie mag niet, prijsdifferentiatie mag echter wel… Hoe zit dit?
Wat mag wel?
Geoblocking betekent niet dat handelaren worden verplicht tot levering in andere lidstaten. Kern is dat er een objectieve rechtvaardiging kan bestaan voor verschillende behandeling van consumenten uit andere lidstaten. De essentie blijft dat een niet-lokale klant onder dezelfde voorwaarden als een lokale consument kan shoppen: de handelaar moet dus ook dezelfde bezorgopties aanbieden. Maar als een handelaar niet over de grens bezorgt, moet hij dat wel duidelijk aan zijn consument-klanten melden. En klanten betalen bijvoorbeeld de BTW van het land waar de levering plaatsvindt. En hoewel elke distributeur het recht moet hebben om internet te gebruiken als afzetkanaal en een leverancier haar distributeurs niet zomaar mag verplichten om onlineklanten uit andere lidstaten te blokkeren bestaan er uitzonderingsgevallen waarin een contractueel verbod op passieve verkoop is toegestaan, bijvoorbeeld als een leverancier aan zowel groothandels als eindgebruikers levert: dan mag de leverancier het de groothandel verbieden om aan eindgebruikers te verkopen om de markten gescheiden te houden. In de praktijk zullen nog vele onduidelijkheden moeten worden opgelost. Ik verwijs naar de aardige Q & A van de Europese Commissie.