“Is een werkgever nu ook al aansprakelijk voor corona?” Veel werkgevers zullen opkijken van de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter van 16 december 2022. De kantonrechter past echter gewoon de wet toe. En in dit specifieke geval pakte dat slecht uit voor de werkgever en was de werkgever aansprakelijk. Wat was er aan de hand?
Een verpleegkundige, werkzaam in een woonzorginstelling voor ouderen met dementie of andere beperkingen, krijgt op 17 april 2020 coronagerelateerde klachten. Zij laat zich diezelfde dag testen. Zij wordt positief getest. Zij blijft langdurig klachten houden en zij stelt haar werkgever na ongeveer een jaar aansprakelijk. De werkgever wijst aansprakelijkheid af en de werkneemster stapt naar de kantonrechter. Wat besliste die?
Een werkgever heeft de verplichting “zodanige maatregelen te nemen en instructies te geven als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen” dat de werknemer “in de uitoefening van zijn werkzaamheden” schade lijdt (artikel 7:658 lid 1 BW). Als een werknemer daadwerkelijk schade lijdt “in de uitoefening van zijn werkzaamheden” is de werkgever daarvoor aansprakelijk tenzij die kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Dit is weliswaar geen absolute waarborg om de werknemer tegen van alles en nog wat te beschermen maar wel een ruime zorgplicht.
In deze specifieke situatie kon de werkneemster daadwerkelijk aannemelijk maken dat zij de coronabesmetting op haar werk had opgelopen. Zij had, zonder beschermingsmiddelen, op 9 april 2020 de bloeddruk en temperatuur van een bewoner opgenomen. Die bewoner bleek kort nadien positief op corona te testen. Ook een tweetal andere bewoners testte kort nadien positief op corona en die bewoners konden op dezelfde afdeling overal vrij komen terwijl de werkneemster zonder mondkapje of andere PBM rondliep. Het verweer van de werkgever dat de werkneemster de besmetting wel in de privésfeer moet hebben opgelopen slaagt niet. In die periode bevond Nederland zich in de eerste lockdown, iedereen was zoveel mogelijk thuis. En de werkneemster kon aantonen dat zij privé zelfs van haar ouders afstand hield en met niemand in nauw contact was geweest in die periode. Derhalve stond vast dat de werkneemster de besmetting “in de uitoefening van haar werkzaamheden” had opgelopen. Deze specifieke werkgever kon hier tegenover niet aantonen aan haar zorgplicht te hebben voldaan. Weliswaar zouden er PBM ter beschikking zijn gesteld maar in de werkinstructie was slechts vermeld dat PBM pas gebruikt behoefden te worden bij verdenking op corona. En die verdenking zou dan door een arts moeten worden vastgesteld. De werkneemster moest bij de betreffende bewoner een triage uitvoeren terwijl “het snot uit de neus liep”. De werkneemster had wel PBM willen gebruiken maar de arts had daar (nog?) geen toestemming voor gegeven. Op de achtergrond blijkt ook dat de werkneemster en haar collega’s in die periode meermaals aan de werkgever hadden verzocht om mondkapjes te mogen dragen omdat zij bezorgd waren over een mogelijke besmetting.
De kantonrechter concludeert dat de werkgever is tekortgeschoten in haar zorgplicht en dus dat de werkgever aansprakelijk is voor de door werkneemster geleden en nog te lijden schade.
Een bijzondere uitspraak? Nee! Hetzelfde kader wordt immers gebruikt bij arbeidsongevallen als bijvoorbeeld de val van een steiger of blootstelling aan chroom-6. Echter, in die gevallen is duidelijk dat de schade tijdens het werk is ontstaan en dat de werkgever aansprakelijk is. Bij corona is dat meestal niet duidelijk. Maar in dit specifieke geval wist de werkneemster de rechter ervan te overtuigen dat de besmetting alleen maar tijdens het werk opgelopen kan zijn geweest. En was de werkgever, toegegeven: in een onzekere periode, ook niet erg daadkrachtig met beschermingsmaatregelen…