Zoals bekend (zie het rapport van de Commissie Borstlap) werkt in Nederland een groot aantal mensen als zelfstandige, terwijl het maar de vraag is of zij werkelijk als zzp’er kunnen worden beschouwd. Men maakt zich al geruime tijd veel zorgen over de rechtspositie van de (schijn)zelfstandige en de fiscale benadeling van de “echte” werknemer. Het belang van de vraag of sprake is van een arbeidsverhouding is groot. Het etiket “werknemer” opent immers de poort naar arbeidsrechtelijke bescherming. De huidige koers gaat daarom ook richting “duurzame” arbeidsrelaties en ontmoediging van schijnzelfstandigheid. Inzake bijvoorbeeld Deliveroo, net als bij andere vormen van platformwerk, blijken de bezorgers bij nadere analyse werknemer en dus geen zelfstandige te zijn, mede vanwege “zwakke onderhandelingspositie”. Maar dat geldt ook voor werknemers met een meer invloedrijke positie: ten aanzien van de goed betaalde en hoog opgeleide bestuurders, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2022 beslist dat de goed betaalde CFO, registeraccountant en voormalig partner van PWC, toch werknemer is. De rechtbank had op 5 augustus 2021 nog anders beslist: de CFO was een zelfstandige. Op de achtergrond speelt dat de Wet DBA is opgeschort. Wat is de stand van zaken anno juli 2022?
Zzp’er of werknemer
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties moest in 2016 duidelijkheid scheppen: werknemer of zzp’er. Gezagsverhouding? De Wet DBA gaf die duidelijkheid echter bepaald niet. Intussen had het kabinet besloten de handhaving van de Wet DBA op te schorten. Lastige kwestie, dus vooruitschuiven! Sinds mei 2016 zijn we zes jaar verder en geeft Commissie Borstlap aan welke richting het op moet. Wat doet de Belastingdienst intussen?
Na eerder alleen te zullen handhaven bij kwaadwillenden handhaaft de Belastingdienst vanaf 1 januari 2020 iets ruimer: als bij controle blijkt dat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking, maar niet van kwaadwillendheid, kan de fiscus aanwijzingen geven. Worden die aanwijzingen niet binnen redelijke termijn opgevolgd dan kan de loonaangifte worden gecorrigeerd. Loonaangiften uit de periode vóór de aanwijzing kunnen echter niet worden gecorrigeerd. En de Belastingdienst controleert nauwelijks, aldus de Algemene Rekenkamer en de Auditdienst Rijk. In reactie op de rapporten van de ARK en ADR gaf het huidige kabinet op 24 juni 2022 aan “de komende tijd” toe te werken naar “een situatie waarin de regels rondom beoordeling arbeidsrelaties weer beter nageleefd kunnen worden”. Maar… het handhavingsmoratorium is weer “verlengd”, nu tot 1 januari 2025. Heel veel haast lijkt het kabinet dus niet te willen maken. En hoeveel daadkracht heeft de Belastingdienst, met alle andere belastingperikelen? Controles komen nauwelijks voor… Toch is het advies aan werkgevers om geen fictieve dienstbetrekkingen aan te gaan met “echte” schijnzelfstandigen. Ook de schijnzelfstandige kan namelijk via de rechter afdwingen dat hij (met terugwerkende kracht) in loondienst is en bijvoorbeeld recht heeft op loon tijdens arbeidsongeschiktheid, vakantietoeslag, en dergelijke. Verder kan een bedrijfstakpensioenfonds via de rechter met terugwerkende kracht de premies voor de verplichte aansluiting opeisen als sprake is van schijnzelfstandigheid.
De Groen & Van Lint Advocaten adviseert over ingehuurde zelfstandigen, beoordeelt wat de risico’s zijn en hoe die kunnen worden beperkt.