Op 29 maart 2017 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met een nieuw “huwelijksgoederen”-systeem. Wie binnenkort gaat trouwen doet dat niet meer automatisch “in gemeenschap van goederen” maar in een “beperkte gemeenschap”: alleen de bezittingen en schulden van na het huwelijk worden gemeenschappelijk. Maar erfenissen, giften, enzovoort verkregen na het huwelijk vallen ook daar weer buiten. Er zijn dan dus drie vermogens: het gemeenschappelijke, man-privé en vrouw-privé. Niet gemakkelijk bij scheiding/overlijden, want wat hoort waar? Wat als privé-erfenis in de woning wordt gestopt? Is het niet bewijsbaar, dan wordt het geacht gemeenschappelijk te zijn… Kortom: 3 boekhoudingen. Of toch maar niet scheiden. Of veel geld uitgeven aan advocaten.
De prijs van de dag voor de mooiste vraag over het wetsvoorstel gaat naar de SP-fractie: Heeft een beperkte gemeenschap invloed op het tijdstip waarop vrouwen kinderen krijgen en op het aantal kinderen? Het droge antwoord hierop: Er zijn geen studies bekend waarin een directe correlatie wordt gelegd tussen het gekozen huwelijksgoederenregime en het aantal kinderen en hetzelfde geldt voor het al dan niet bestaan van spanningen binnen het huwelijk. Leuk onderwerp voor bij de borrel!