Een 52-jarige man, met de prozaïsch genaamde functie van vleesbewerker, is achttien jaar bij HVO Meat in dienst als hij “zich in beschonken toestand op de werkvloer heeft begeven”. Hij krijgt hiervoor een schriftelijke waarschuwing: als hij zijn leven niet betert is de werkgever genoodzaakt tot zwaardere maatregelen. De werknemer betert zijn leven niet en komt ook daarna diverse malen onder invloed van alcohol op zijn werk. Dat is gevaarlijk en hij wordt daar meermaals op aangesproken. Tevergeefs. Na een blaastest – waarvoor hij toestemming gaf – bleek dat hij wederom te veel alcohol had gedronken en toch gewoon op het werk verscheen. Hij wordt op non-actief gesteld en werkgever HVO verzoekt de kantonrechter om ontbinding wegens verwijtbaar handelen dan wel een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. In de procedure bleek de achtergrond: werknemer was al eerder verslaafd aan alcohol en heeft zich toen, met hulp van zijn vrouw, met succes laten behandelen voor zijn alcoholverslaving. Nadat zijn vrouw had aangegeven (toch) van hem te willen scheiden is hij weer teruggevallen (minimaal vijftien flesjes bier per dag…). De kantonrechter te Rotterdam overweegt op
1 juni 2018 dat de alcoholverslaving voor de werkgever duidelijk was en, volgens vaste rechtspraak, als ziekte kan worden aangemerkt. De werknemer heeft zich (pas) op 13 april 2018 ziekgemeld. Het opzegverbod bij ziekte (twee jaar) kan volgens de rechter ook in de ontbindingsprocedure worden ingeroepen (reflexwerking). Uiteraard valt het gedrag van de werknemer niet te tolereren, dat vindt ook de rechter, maar het had wel op de weg van HVO gelegen om deze werknemer, meer dan achttien jaar in dienst, te ondersteunen en hem hulp te bieden in plaats van het aan te zien en de werknemer dan te sanctioneren. HVO wist van zijn privésituatie en had kunnen zien dat de werknemer de situatie niet in de hand had. Daar komt bij dat werknemer ook nog een zekere verstandelijke beperking heeft. Geen ontbinding en dus met elkaar verder!
In dit soort situaties, ook bij andere vormen van verslaving, wordt van de werkgever begeleiding verwacht. Als de werknemer ondanks voldoende begeleiding toch weer terugvalt in de drank komt een ontslag wel in beeld. De werknemer heeft natuurlijk ook nog een eigen verantwoordelijkheid, zoals de kantonrechter te Utrecht in 2012 terecht oordeelde. Uit die uitspraak blijken de beperkte opties die de betrokken werknemer zichzelf toedacht wanneer hij “er doorheen zit”: Ter zitting heeft [eiser] gesteld dat het periodes goed met hem gaat, maar dat hem slechts drie mogelijkheden ter beschikking staan wanneer hij er soms “doorheen zit”, namelijk zich ziek melden, waardoor hij nog depressiever wordt omdat hij dan tweemaal per dag gebeld wordt, zich “vol te gooien met bier” of zich “vol te stoppen” met de medicijnen van zijn huisarts tegen angststoornissen.
En als de werknemer een voorbeeldfunctie heeft (zoals een KLM Senior Purser) of buschauffeur is en de veiligheid ernstig in gevaar brengt, ligt een ontslag ook weer méér voor de hand. Kortom: het ontslag van de verslaafde/incidenteel drinkende werknemer ligt genuanceerd! De Groen & Van Lint Advocaten geeft het juiste advies.