Een verkoopster van Brilmij, in dienst vanaf 2011, werkzaam in het Eye Wish-filiaal in Maastricht, wordt in 2014 voor 100% arbeidsongeschikt. Eind 2016, dus na bijna twee jaar, hervat zij haar werk. Maar kort daarna, op 21 februari 2017, valt zij weer voor 100% uit. Zij kwam dus net over de vier weken arbeidsgeschiktheid heen, waarna een nieuwe periode van weer twee jaar loondoorbetaling ingaat… Brilmij heeft geregeld contact met de werkneemster (“koffiemomenten”). Vanwege de ernstige gezondheidsklachten, met name een sterk verminderd zicht, wordt zij dan met een taxi opgehaald en gebracht, heen en weer naar het hoofdkantoor in Soesterberg. Ook reizen medewerkers van Brilmij vanuit Soesterberg naar Limburg. Immers, de werkneemster had benadrukt zodanig slecht te zien dat zij niet in staat was zelfstandig te functioneren, geen auto kon rijden, geen boodschappen kon doen en ook de hond niet kon uitlaten. Zij was volkomen afhankelijk van anderen… Saillant detail is dat zij tijdens contactmomenten constant naar haar rug greep.
In februari 2018, na ruim een nieuw jaar 100% uitval, zonder perspectief, adviseert de bedrijfsarts een arbeidsdeskundig onderzoek en ook wordt een “multidisciplinair” traject voorgesteld. Mevrouw kan moeilijk met haar beperkingen omgaan (haar “copingstijl”, aldus de bedrijfsarts) en een re-integratie tweede spoor wordt gestart. Brilmij, dat geen perspectief meer ziet, vraagt een deskundigenoordeel bij het UWV. Die oordeelt echter dat de werkneemster zich gezien haar beperkingen voldoende inspant.
Onderzoek recherchebureau
In september 2018 komt een collega van de werkneemster toevallig de grootouders van die werkneemster tegen en die laten zich ontvallen dat de werkneemster gewoon zelf auto rijdt. Brilmij schakelt hierop recherchebureau De Koter in dat de werkneemster een aantal malen op afstand observeert. Dan vallen de schellen Brilmij van de ogen: mevrouw rijdt auto, laat haar hond uit (“Er is duidelijk geen sprake van een geleidende hond”) en zij doet zelfstandig boodschappen! Het recherchebureau volgt de werkneemster ook wanneer zij Brilmij bezoekt voor de “koffiemomenten”. Werkneemster wordt in de buurt van de winkel ondersteund door een begeleider, maar na 50 meter, zodra zij uit het zicht is, richt zij zich op en loopt zij tussen het drukke wandel- en fietsverkeer in een rechte lijn en zonder enige begeleiding zelf door! De observanten moesten er stevig de pas in houden om haar niet uit het oog te verliezen…
Ontslag op staande voet! Naar de kantonrechter
De werkneemster wordt met deze bevindingen geconfronteerd en vervolgens op staande voet ontslagen. Zij stapt vervolgens naar de kantonrechter en verzoekt om vernietiging van dit ontslag, alsmede om Brilmij te bevelen haar toe te laten tot de bedongen arbeid. Het verhaal van de werkneemster: Brilmij begrijpt haar klachten niet, zij heeft een conversiestoornis ontwikkeld, haar lichaam zet psychische klachten om in lichamelijke klachten, als zij zich wat beter voelt is zij in staat om kleine stukjes te wandelen, maar als het slechter gaat niet.
Ontslag blijft in stand. Transitievergoeding?
De kantonrechter, die de video’s van de in rap tempo lopende werkneemster geamuseerd zal hebben bekeken, beslist op 22 maart 2019: werkneemster heeft in ieder geval een groot deel van haar ziekteperiode Brilmij doelbewust onjuist voorgelicht over haar gezondheidstoestand. Het ontslag op staande voet houdt stand en Brilmij krijgt naast een bijdrage van € 2.500,00 in de kosten van het recherchebureau ook de “gefixeerde schadevergoeding” toegewezen. Het verzoek van de werkneemster om haar de transitievergoeding toe te wijzen lijkt, vreemd genoeg, door de kantonrechter niet te worden behandeld. Juist dit laatste aspect is sinds het arrest van de Hoge Raad van 8 februari 2019 interessant; er bestaat immers slechts geen recht op die vergoeding bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Wat is ernstig? Ik vermoed dat Brilmij in een eventueel hoger beroep de rechter wel kan overtuigen van de ernst van het nalaten…