Optiver, een “market maker”/beurshandelaar, heeft in Amsterdam vrijwel alleen mannen in dienst. In maart 2021 waren er 119 mannelijke traders/trainees en 1 vrouwelijke trader/trainee. In haar eigen team had deze Britse dame 44 mannelijke collega’s. Zij was in 2014 in dienst getreden, in 2016 bevorderd en zij krijgt in 2017 een uitstekende beoordeling. Daarna wordt dat steeds minder. In 2017 meldt zij een mogelijke poging tot verkrachting in 2016 binnen het bedrijf. Optiver laat dit incident door een advocatenkantoor onderzoeken, de conclusie is echter pas in augustus 2020 beschikbaar. In januari 2020 klaagde de vrouwelijke werkneemster over harassment en discriminatie. Zij meldt niet langer voor Optiver te kunnen werken. De reactie van Optiver is onder meer dat dit de eerste keer is waarin hierover wordt geklaagd. Na een mislukte mediation komen partijen er ook in de onderhandelingen niet uit; de aangeboden vergoeding van bijna € 280.000,- bruto, inclusief transitievergoeding, wordt niet aanvaard door de werkneemster.
Rechtszaak
De werkneemster stapt naar de kantonrechter en eist een vergoeding van ruim € 1,2 miljoen bruto. Tijdens de rechtszaak stelt de rechter vast dat de bedrijfscultuur bij Optiver hard en competitief is, dat de nagenoeg uitsluitend mannelijke traders dagelijks onder grote druk moeten presteren om financieel resultaat te behalen. Bij een bepaald handelsresultaat wordt een kort muziekfragment afgespeeld: “jerk it out, sexy lady” en “bitch 2”. In de WhatsApp-groepsapps met collega’s worden seksueel geladen uitingen en afbeeldingen van schaarsgeklede dames gedeeld. Bij oefeningen op een fictieve markt wordt gehandeld in bijvoorbeeld dick pics, het salaris van vrouwelijke pornosterren en de duurste bh. Bedrijfsuitjes, met elkaar maar ook met zakenrelaties, eindigden wel in een stripclub. Excessieve bedrijfsborrels worden niet ontmoedigd. De werkneemster was ook al langere tijd gestopt met meedoen aan de bedrijfsuitjes, dat was niet veilig.
Al met al ziet de kantonrechter een vrouw in een bronstige mannenwereld worstelen en kennelijk buitengesloten worden. De directie weet er wel van (“We want to work on our culture, we want to create an environment where you can actually join again company events (…)”) maar in feite gebeurt er niets. Dat wordt Optiver kwalijk genomen. Op 24 maart 2021 beslist de kantonrechter te Amsterdam dat het “too little too late” voor Optiver is. Men heeft de onveilige, vrouwonvriendelijke bedrijfscultuur laten voortbestaan, is passief gebleven en daarom heeft Optiver ernstig verwijtbaar gehandeld. Optiver moet daarom € 350.000,- bruto als billijke vergoeding voldoen, naast een transitievergoeding van ruim € 63.000,- bruto.
Bedrijfscultuur
Een werkgever is op grond van de Arbowet en ook op grond van artikel 7:646 lid 8 BW verplicht seksuele intimidaties tegen te gaan en hieronder wordt ook verstaan: het creëren van een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 16 maart 2021 (inzake Schouwburg De Kampanje in Den Helder) al beslist dat een werkgever die ondanks vele feitelijke klachten over seksuele intimidatie door collega’s niet in actie komt aansprakelijk kan zijn voor de veroorzaakte schade. Ook in die zaak werd vastgesteld dat er te weinig administratieve maatregelen waren genomen (geen risico-inventarisatie en evaluatie, geen plan van aanpak) maar ook dat de werkgever veel te passief is geweest (“materiële zorgplicht”).
Op grond van Richtlijn 2000/78/EG wordt intimidatie in de werkomgeving als een vorm van discriminatie gezien in de zin van lid 1, als er sprake is van ongewenst gedrag dat verband houdt met en tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Overigens richt het verbod zo te handelen zich niet alleen tot de werkgever maar ook tot mede-werknemers. De werknemer die zijn vrouwelijke collega hele pikante filmpjes stuurde was dan ook terecht op staande voet ontslagen, aldus de kantonrechter te Den Haag op 26 februari 2019.